Inhoud.

                                                                 

Is onderverdeeld:

1      Inleiding.

2      Uitgangspunt.

3      Samenvatting.

4      Onderbouwing.

5      Bijlagen.

 

1  Inleiding.

 

Zie module:

o   Inleiding.

 

Deze module gaat in op:

o   Verandering van grootte heelal.

 

2  Uitgangspunt.

    

Voor verzameling materieel stelsels, waarbij uitwendige om centrum draait geldt: Heeft predicaat ‘Compleet’ [Verzameling ‘Materieel stelsel’].

Toelichting:

o   Het betreft verzameling subatomair-, atomair-, planeet-, zonne- en sterrenstelsel.

 

3  Samenvatting.

 

3.1    Algemeen.

 

Voor heelal geldt: groei gaat uiteindelijk over van eenparig versneld naar eenparig.

Voor object gekoppeld aan meerdere sterrenstelsels geldt: verandert wél in grootte.

Voor object gekoppeld aan één sterrenstelsel geldt: verandert niét in grootte.

 

3.2    Conclusies.

 

Niet van toepassing.

 

4  Onderbouwing.

 

…a    = Als waar is.

…i     = Is ook waar.

1a     Voor atomair-, planeet- en zonnestelsel geldt: is niét uiterste in grootte; doet elkaar aantrekken.

         Toelichting:

o   1.1a Voor atomair-, planeet- en zonnestelsel geldt: is < sterrenstelsel en > subatomair deeltje.

o   1.2i Voor atomair-, planeet- en zonnestelsel geldt: is niét uiterste in grootte.

o    

o   1.2a Voor atomair-, planeet- en zonnestelsel geldt: is niét uiterste in grootte.

o   1.3a Voor atomair-, planeet- en zonnestelsel geldt: onderlinge aantrekking is empirisch bewezen.

o   1.4i Voor atomair-, planeet- en zonnestelsel geldt: is niét uiterste in grootte; doet elkaar aantrekken.

2i       Voor meerdere soorten stelsels (≠ sterrenstelsel) als niét uiterste in grootte geldt: doet elkaar aantrekken.

 

2a     Voor meerdere soorten stelsels (≠ sterrenstelsel) als niét uiterste in grootte geldt: doet elkaar aantrekken.

         Toelichting:

o   2.1a     Voor verzameling ‘Materieel stelsel' geldt: is ‘Compleet’ [module ‘Verzameling ‘Materieel stelsel'].

Toelichting:

·       Door AI gevalideerd.

·       Het betreft subatomair-, atomair-, planeet- zonnestelsel en sterrenstelsel.

o   2.1i      Voor ≠ sterrenstelsel geldt: is subatomair-, atomair-, planeet- en zonnestelsel.

3i       Voor één soort stelsel (≠ sterrenstelsel) als wél uiterste in grootte geldt: Doet elkaar aantrekken.

         Toelichting:

o   Het betreft subatomair stelsel.

 

3a     Voor één soort stelsel (≠ sterrenstelsel) als wél uiterste in grootte geldt: Doet elkaar aantrekken.

2a     Voor meerdere soorten stelsels (≠ sterrenstelsel) als niét uiterste in grootte geldt: Doet elkaar aantrekken.

4i       Voor stelsels (≠ sterrenstelsel) geldt: Doet elkaar aantrekken.

         Toelichting:

o   Het betreft subatomair-, atomair-, planeet- en zonnestelsel.

 

4a     Voor stelsels (≠ sterrenstelsel) geldt: Doet elkaar aantrekken.

5i       Voor stelsels (= sterrenstelsel) geldt: Doet elkaar afstoten.

         Toelichting:

o   5.1a     Voor stelsels (= sterrenstelsel) geldt: Doet elkaar afstoten.

o   5.2i      Voor stelsels (= sterrenstelsel) geldt: bij klein verstreken tijd is t.g.v. onderlinge afstoting de eenparig versnelde verandering van afstand relatief groot.

o    

o   5.2a     Voor stelsels (= sterrenstelsel) geldt: bij klein verstreken tijd is t.g.v. onderlinge afstoting de eenparig versnelde verandering van afstand relatief groot.

o   5.3i      Voor stelsels (= sterrenstelsel) geldt: bij groot verstreken tijd is t.g.v. onderlinge afstoting de eenparig versnelde verandering van afstand relatief klein.

o    

o   5.2a     Voor stelsels (= sterrenstelsel) geldt: bij klein verstreken tijd is t.g.v. onderlinge afstoting de eenparig versnelde verandering van afstand relatief groot.

o   5.4i      Voor stelsels (≠ sterrenstelsel) geldt: bij klein verstreken tijd is t.g.v. onderlinge inkrimping de eenparig versnelde verandering van afstand relatief groot.

o    

o   5.2a     Voor stelsels (= sterrenstelsel) geldt: bij klein verstreken tijd is t.g.v. onderlinge afstoting de eenparig versnelde verandering van afstand relatief groot.

o   5.5i      Voor stelsels (≠ sterrenstelsel) geldt: bij groot verstreken tijd is t.g.v. onderlinge inkrimping de eenparig versnelde verandering van afstand relatief klein.

o    

o   5.2a     Voor stelsels (= sterrenstelsel) geldt: bij klein verstreken tijd is t.g.v. onderlinge afstoting de eenparig versnelde verandering van afstand relatief groot.

o   5.3a     Voor stelsels (= sterrenstelsel) geldt: bij groot verstreken tijd is t.g.v. onderlinge afstoting de eenparig versnelde verandering van afstand relatief klein.

o   5.6i      Voor heelal geldt: groei gaat uiteindelijk over van eenparig versneld naar eenparig.

o    

o   5.4a      Voor stelsels (≠ sterrenstelsel) geldt: bij klein verstreken tijd is t.g.v. onderlinge inkrimping de eenparig versnelde verandering van afstand relatief groot.

o   5.5a     Voor stelsels (≠ sterrenstelsel) geldt: bij groot verstreken tijd is t.g.v. onderlinge inkrimping de eenparig versnelde verandering van afstand relatief klein.

o   5.7a     Voor sterrenstelsel geldt: er is hiervan meerdere.

o   5.8i      Voor object gekoppeld aan meerdere sterrenstelsels geldt: krimp gaat bij dynamisch onbegrensdheid over van eenparig versneld naar eenparig.

o    

o   5.8a     Voor object gekoppeld aan meerdere sterrenstelsels geldt: krimp gaat bij dynamisch onbegrensdheid over van eenparig versneld naar eenparig.

o   5.9i      Voor object gekoppeld aan meerdere sterrenstelsels geldt: verandert te allen tijde wél in grootte.

o    

o   5.9a     Voor object gekoppeld aan meerdere sterrenstelsels geldt: verandert te allen tijde wél in grootte.

o   5.10i    Voor object gekoppeld aan één sterrenstelsel geldt: verandert te allen tijde niét in grootte.

Toelichting:

·       5.10.1a Voor meerdere sterrenstelsels geldt: is wél aan verval onderhevig.

·       5.10.2i   Voor één sterrenstelsels geldt: is niét aan verval onderhevig.

Toelichting:

§  Het betreft een sterrenstelsel in het zichtbare materiele domein.

 

5  Bijlagen.

 

Geen.