Inhoud.

                                                                 

Is onderverdeeld:

1      Inleiding.

2      Uitgangspunt.

3      Samenvatting.

4      Onderbouwing.

5      Bijlagen.

 

1  Inleiding.

 

Zie module:

o   Inleiding.

 

Deze module gaat in op:

o   Stelsel - Kristal.

 

Het betreft kristallijne stelsels als derde fundamentele stap naar de voltooiing van materie.

 

Bij kristallijne stelsels komt het Natuurgetal vijf als cijfersom sterk naar voren. Ook in de vorige twee stappen is dit het geval.

 

Voor Natuurgetal (gevalideerd in module ‘Natuurgetal – Analyse’). geldt:

o   Is niét wiskundig getal.

o   Bestaat uit de reeks 1, 2, 3, 5, 7 en 12.

o   Komt veelvuldig voor in de natuur.

o   Heeft een zekere periodiciteit.

 

Voor Natuurgetal vijf geldt:

o   Is compleet.

 

Ontstaan subatomaire deeltjes als eerste stap.

Voor subatomaire deeltjes gelden de volgende 5 (cijfersom vijf) groepen:

1      Lepton (is niet onderhevig zijn aan sterke interactie).

2      W/Z-boson, foton, gluon (krachtdeeltjes).

3      Baryon (3-quarks hadronen).

4      Meson (2-quarks hadronen).

5      Higgs-boson (Higssveld).

 

Ontstaan atomaire deeltjes als tweede stap.

 

1. **Maximale bezetting van de schillen N, O, P en Q**:

   - De schillen N, O, P en Q kunnen ieder een maximum aantal elektronen bevatten, maar de totale bezetting in een atoom is beperkt tot 32 elektronen voor de vier hoofdschillen samen. De maximaal mogelijke bezetting per schil is:

     - Schil N (n=4): kan maximaal 32 elektronen bevatten.

     - Schil O (n=5): kan ook maximaal 32 elektronen bevatten.

     - Schil P (n=6): kan ook maximaal 32 elektronen bevatten.

     - Schil Q (n=7): kan ook maximaal 32 elektronen bevatten.

   - Het is belangrijk om op te merken dat de totale elektronen in een atoom door de energie-niveaus en subschillen verder worden verdeeld.

 

2. **Maximale bezetting van de subschil f**:

   - De f-subschil kan maximaal 14 elektronen bevatten. Dit is gebaseerd op de formule \(2(2l + 1)\), waarbij \(l = 3\) voor de f-subschil, wat resulteert in \(2(2*3 + 1) = 14\).

 

3. **Aantal neutronen in de zwaarste atoomkern met 118 protonen**:

   - De zwaarste bekende atoomkern met 118 protonen is oganesson (Og). De meest stabiele isotopen van oganesson bevatten doorgaans 176 neutronen, wat resulteert in een atoommassa van ongeveer 294 (118 protonen + 176 neutronen).

 

Merk m.b.t. het uitwendig waarneembare van de mens op:

1      Voor aantal uitsteeksels romp geldt: Is 5 (cijfersom vijf).

2      Voor aantal uitsteeksels bovenste ledematen geldt: Is 5 (cijfersom vijf).

3      Voor aantal uitsteeksels onderste ledematen geldt: Is 5 (cijfersom vijf).

4      Voor aantal scharnierpunten bovenste ledematen geldt: Is 5 (cijfersom vijf).

5      Voor aantal scharnierpunten onderste ledematen geldt: Is 5 (cijfersom vijf).

 

In deze module zijn de koppelingen met de overige Natuurgetallen buiten beschouwing gelaten.

 

2  Uitgangspunt.

    

Niet van toepassing.

 

3  Samenvatting.

 

Is onderverdeeld:

1      Algemeen.

2      Conclusie.

 

3.1    Algemeen.

 

Profiel Bravais-lattice in relatie tot Kristalfamilie, Kristalrooster, Kristalstelsel en Eenheidscel binnen Bravais-lattice.

 

Kristalfamilie

Kristalrooster

Kristalstelsel

Bravais-lattice

 Kubisch

Kubisch

Kubisch

cF, cI, cP

 Tetragonaal

Tetragonaal

Tetragonaal

tI, tP

 Orthorombisch

Orthorombisch

Orthorombisch

oF, oI, oP, oS

 Hexagonaal

Hexagonaal

Hexagonaal

hP

 Hexagonaal

Hexagonaal

Trigonaal(-Hexagonaal)

hP

 Hexagonaal

Trigonaal(-Romboëdrisch)

Trigonaal(-Romboëdrisch)

hR

 Monoklien

Monoklien

Monoklien

mP, mS

 Triklien

Triklien

Triklien

aP

 

Voor ‘Kristalfamilie‘ geldt: is groep van mineralen met vergelijkbare chemische en structurele eigenschappen.

 

Voor ‘Kristalrooster’ geldt: is driedimensionale ordening van atomen of moleculen in een kristal.

 

Voor ‘Kristalstelsel’ geldt: is Classificatie van kristallen op basis van hun symmetrie en geometrische indeling.

 

De matrix, die is gekoppeld aan item 4 en de natuurwetten weerspiegelt, is natuurwetbestendig.

 

Getalsmatige kenmerken kristallografie:

1      Voor aantal eenheidscellen binnen kristalfamilies geldt: Is 5 (cijfersom vijf).

2      Voor aantal Bravais-lattice geldt: Is 14 (cijfersom vijf).

3      Voor aantal driedimensionale ruimtegroepen geldt: Is 230 (cijfersom vijf).

4      Voor aantal kristallografische puntgroepen conform Hermann-Mauguinnotatie geldt: Is 32 (cijfersom vijf).

5      Voor aantal rijen in matrix met gelijke namen geldt: Is 5 (cijfersom vijf).

 

Voor Gulden Snede geldt: Komt voor in de natuur.

 

3.2    Conclusies.

 

Niet van toepassing.

 

4  Onderbouwing.

 

…a    = Als waar is.

…i     = Is ook waar.

 

1a     Voor Monoklien als scheef profiel Bravais-lattice uit kristalfamilie geldt: heeft meerdere varianten eenheidscellen.

         Toelichting:

o   mP, mS.

2a     Voor Triklien als scheef profiel Bravais-lattice uit kristalfamilie geldt: heeft één variant eenheidscel (aP).

         Toelichting:

o   aP.

3i      Voor scheef profiel Bravais-lattice uit kristalfamilie geldt: heeft zowel één als meerdere varianten eenheidscellen.

 

3a     Voor scheef profiel Bravais-lattice uit kristalfamilie geldt: heeft zowel één als meerdere varianten eenheidscellen.

4a     Voor haaks profiel Bravais-lattice uit Kubisch kristalfamilie geldt: heeft meerdere varianten eenheidscellen.

         Toelichting:

o   cF, cI, cP.

5i      Voor haaks profiel Bravais-lattice uit kristalfamilie geldt: heeft uitsluitend meerdere varianten eenheidscellen.

 

6a     Voor Kubisch als haaks kristalstelsel geldt: past niét om ander kristalstelsel.

7a     Voor Tetragonaal als haaks kristalstelsel geldt: past niét om ander kristalstelsel.

8i      Voor meerdere haaks kristalstelsel geldt: past niét om ander kristalstelsel.

 

8a     Voor meerdere haaks kristalstelsel geldt: past niét om ander kristalstelsel.

9i      Voor één haaks kristalstelsel Hexagonaal geldt: past wél om ander kristalstelsel.

         Toelichting:

o   Is Trigonaal - Hexagonaal als haaks kristalstelsel.

 

9a     Voor één haaks kristalstelsel Hexagonaal geldt: past wél om ander kristalstelsel.

8a     Voor meerdere haaks kristalstelsel geldt: past niét om ander kristalstelsel.

10i    Voor haaks kristalstelsel geldt: past zowel niét als wél om ander kristalstelsel.

 

10a   Voor haaks kristalstelsel geldt: past zowel niét als wél om ander kristalstelsel.

11a   Voor scheef kristalstelsel Trigonaal(-Romboëdrisch) geldt: Past wél in ander kristalstelsel.

         Toelichting:

o   Is haaks kristalstelsel Hexagonaal.

12i    Voor scheef kristalstelsel geldt: past uitsluitend wél om ander kristalstelsel.

 

13a   Voor Kubisch als haaks profiel Bravais-lattice geldt: heeft 8 hoekpunten.

14a   Voor Tetragonaal als haaks profiel Bravais-lattice geldt: heeft 8 hoekpunten.

15i    Voor profiel Bravais-lattice met = 8 hoekpunten geldt: er is daarvan meerdere.

 

15a   Voor profiel Bravais-lattice met = 8 hoekpunten geldt: er is daarvan meerdere.

16i    Voor profiel Bravais-lattice met ≠ 8 hoekpunten geldt: er is daarvan één.

         Toelichting:

o   Is Hexagonaal als haaks profiel Bravais-lattice met 12 hoekpunten.

 

17a   Voor Kubisch als naam profiel Bravais-lattice in matrix geldt: vereist gelijknamigheid.

18a   Voor Tetragonaal als naam profiel Bravais-lattice in matrix geldt: vereist gelijknamigheid.

19i    Voor meerdere namen van profiel Bravais-lattice in matrix geldt: vereist gelijknamigheid.

 

19a   Voor meerdere namen van profiel Bravais-lattice in matrix geldt: vereist gelijknamigheid.

20i    Voor één naam profiel Bravais-lattice in matrix geldt: Vereist ongelijknamigheid.

         Toelichting:

o   Is kristalstelsel Trigonaal(-Hexagonaal).

o   Is kristalstelsel Trigonaal(-Romboëdrisch).

 

21a   Voor meerdere gelijknamige profielen binnen kristalrooster en -stelsel geldt: vereist notatiesymbool P van eenheidscel binnen Bravais-lattice.

22i    Voor één ongelijknamig profiel binnen kristalrooster en -stelsel geldt: vereist notatiesymbool P van eenheidscel binnen Bravais-lattice.

         Toelichting:

o   Is Hexagonaal in combinatie met Trigonaal(-Hexagonaal).

 

23a   Voor notatiesymbolen (F, I, P en S) van eenheidscel binnen Bravais-lattice geldt: vereist zowel gelijknamig als ongelijknamig profiel binnen matrix.

24a   Voor aantal notatiesymbolen van eenheidscel binnen Bravais-lattice geldt: is 5.

         Toelichting:

o   Is F, I, P, R en S.

25i    Voor grootste deel van vijf notatiesymbolen van eenheidscel binnen Bravais-lattice geldt: vereist zowel gelijknamig als ongelijknamig profiel binnen matrix.

         Toelichting:

o   Is F, I, P en S.

 

25a   Voor grootste deel van vijf notatiesymbolen van eenheidscel binnen Bravais-lattice geldt: vereist zowel gelijknamig als ongelijknamig profiel binnen matrix.

26i    Voor kleinste deel (R) van vijf notatiesymbolen van eenheidscel binnen Bravais-lattice geldt: vereist uitsluitend ongelijknamig profiel binnen matrix.

         Toelichting:

o   Is Hexagonaal in combinatie met Trigonaal(-Romboëdrisch).

 

27a   Voor aantal Bravais-lattice geldt: is 14.

28i    Voor cijfersom aantal Bravais-lattices geldt: is 5.

 

29a   Voor aantal kristallografische puntgroepen conform Hermann-Mauguinnotatie geldt: Is 32.

30i    Voor cijfersom aantal kristallografische puntgroepen conform Hermann-Mauguinnotatie geldt: is 5.

 

31a   Voor aantal driedimensionale ruimtegroepen geldt: is 230.

32i    Voor cijfersom aantal driedimensionale ruimtegroepen geldt: is 5.

 

33a   Voor periodiek mozaïek (normaal kristal) geldt: aantal mogelijke soorten rotatiesymmetrie is begrensd.

34i    Voor aperiodiek mozaïek (quasikristal) geldt: aantal mogelijke soorten rotatiesymmetrie is onbegrensd.

 

35a   Voor periodiek mozaïek (normaal kristal) in de natuur geldt: komt veel voor.

36i    Voor aperiodiek mozaïek (quasikristal) in de natuur geldt: komt weinig voor.

 

37a   Voor periodiek mozaïek (normaal kristal) geldt: kent wél translatiesymmetrie.

38i    Voor aperiodiek mozaïek (quasikristal) geldt: kent niét translatiesymmetrie.

 

39a   Voor periodiek mozaïek (normaal kristal) geldt: is niét gekoppeld aan getallen van Fibonacci.

         Toelichting:

o   Fn = ((1 + 5^0,5)^n - (1 - 5^0,5)^n)) / (2^n * (5^0,5)^n).

40i    Voor aperiodiek mozaïek (quasikristal) geldt: is wél gekoppeld aan getallen van Fibonacci.

 

40a   Voor aperiodiek mozaïek (quasikristal) geldt: is wél gekoppeld aan getallen van Fibonacci.

41i    Voor bijzonder cijfersom, gekoppeld aan de getallen van Fibonacci geldt: is 5.

         Toelichting:

o   Cijfersom 5 is het meest voorkomend binnen de formule.

o   Voor F(n=5) geldt: Is 5.

o    

o   41.1a       Voor meerdere soorten regelmatige veelhoeken (n≠5) geldt: is niét gekoppeld aan Gulden Snede.

o   41.2i         Voor één soort regelmatige veelhoek (n=5) geldt: is wél gekoppeld aan Gulden Snede.

o    

o   41.3a       Voor Gulden Snede geldt: is gekoppeld aan getallen van Fibonacci.

o   41.4a       Voor getallen van Fibonacci geldt: komt voor in de natuur.

o   41.5i         Voor Gulden Snede geldt: komt voor in de natuur.

 

5  Bijlagen.

 

Geen.