Inhoud.
Is
onderverdeeld:
1
Inleiding.
2
Uitgangspunt.
3
Samenvatting.
4
Onderbouwing.
5 Bijlagen.
1 Inleiding.
Zie
module:
o
Inleiding.
Deze
module gaat in op:
o
Verzameling
‘Stof’.
Voor
‘Stof’ geldt:
o
Is in de scheikunde een vorm van materie die een gelijke chemische
samenstelling heeft, een chemisch zuivere stof [Wikipedia].
2 Uitgangspunt.
Niet
van toepassing.
3 Samenvatting.
Is
onderverdeeld:
1
Algemeen.
2
Conclusie.
3.1 Algemeen.
Voor
verzameling ‘Stof’ geldt:
o
Heeft
predicaat ‘Compleet’.
Voor verzameling ‘Compleet’
geldt:
o Eén of
meerdere kenmerken van één element is tegengesteld aan resterende vier.
o Er
bestaat geen element groter dan vijf.
Voor
aggregatietoestanden ‘Stof’ geldt: heeft predicaat ‘Compleet’.
Toelichting:
o
Het
betreft:
1
Poeder
(Vast-gebroken).
2
Vast
(Vast-heel).
3
Vloeibaar.
4
Gas.
5
Molecuul.
3.2 Conclusie.
Niet
van toepassing.
4 Onderbouwing.
…a = Als waar is.
…i = Is ook waar.
1a Voor stof ‘Poeder (Vast-gebroken)’, ‘Vast (Vast-heel)’,
‘Vloeibaar’, ‘Gas’ geldt: bestaat uit meerdere delen; is wél met het blote oog
waarneembaar.
2i Voor meerdere (vier) soorten stof geldt: bestaat
uit meerdere delen; is wél met het blote oog waarneembaar.
2a Voor meerdere (vier) soorten stof
geldt: bestaat uit meerdere delen; is wél met het
blote oog waarneembaar.
3i Voor één soort stof (‘Molecuul’)
geldt: bestaat uit één deel; is niét met het blote oog
waarneembaar.
3a Voor één soort stof (‘Molecuul’) geldt: bestaat
uit één deel; is niét met het blote oog waarneembaar.
2a Voor meerdere (vier) soorten stof geldt: bestaat
uit meerdere delen; is wél met het blote oog waarneembaar.
4a Voor verzameling ‘Compleet’ geldt: één of
meerdere kenmerken van één element is tegengesteld aan resterende vier.
Toelichting:
o
4.1a Voor ‘Compleet’ geldt: is het symbool dat
aan ‘Natuurgetal vijf is toegekend [door AI gevalideerde module ‘Natuurgetal –
Analyse’].
5i Voor verzameling ‘Stof’ geldt: heeft
predicaat ‘Compleet’.
Toelichting:
o
5.1a Voor stelling 5.1a geldt: = 5i.
o
5.2i Voor verzameling ‘Stof’ geldt: heeft predicaat
‘Compleet’.
o
o
5.2a Voor verzameling ‘Stof’ geldt: heeft
predicaat ‘Compleet’.
o
5.3a Voor aggregatietoestand geldt: is de vorm
waarin een stof zich kan verkeren.
o
5.4i Voor aggregatietoestand geldt: weerspiegelt verzameling
‘Stof’.
o
o
5.4a Voor aggregatietoestand geldt: weerspiegelt
verzameling ‘Stof’.
o
5.2a Voor verzameling ‘Stof’ geldt: heeft
predicaat ‘Compleet’.
o
5.5i Voor aggregatietoestanden geldt: heeft
predicaat ‘Compleet’.
Toelichting:
·
Het
betreft:
1
Poeder
(Vast-gebroken).
2
Vast
(Vast-heel).
3
Vloeibaar.
4
Gas.
5
Molecuul.
5 Bijlagen.
Geen.